Passend Onderwijs

Met Passend Onderwijs krijgen leerlingen die dat nodig hebben extra ondersteuning. Het gaat dan om zowel lichte als zware ondersteuning. Bijvoorbeeld met extra begeleiding op school, aangepast lesmateriaal, hulpmiddelen of onderwijs op een speciale school.

Om Passend Onderwijs te kunnen bieden, werken scholen met elkaar in een samenwerkingsverband (SWV). De scholen in het SWV maken onderling afspraken over hoe ze ervoor kunnen zorgen dat alle leerlingen onderwijs krijgen dat bij hen past. De belangrijkste taak hierbij is het maken en uitvoeren van het ondersteuningsplan waarin staat op welke manier leerlingen een passende plek krijgen op een school.

Hoe werkt Passend Onderwijs? 

In het samenwerkingsverband hebben de scholen een ondersteuningsplan opgesteld, waarin is geregeld dat elke leerling passend onderwijs kan krijgen. Deze extra ondersteuning kan plaatsvinden op de school van het kind, op een andere basisschool of op een speciale school. Om de extra ondersteuning te kunnen bieden, krijgt het samenwerkingsverband jaarlijks een budget dat wordt verdeeld onder de schoolbesturen.

 

 

 

 

Voor welke leerlingen is er Passend Onderwijs?

Passend Onderwijs is er voor alle leerlingen in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, speciaal (voortgezet) onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. In de praktijk gaat het vooral om leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Deze ondersteuning kan nodig zijn voor kinderen met een verstandelijke beperking, chronische ziekte of een gedrags- of leerstoornis.

Soms is het bij de start op school al duidelijk dat er extra ondersteuning nodig is, in andere gevallen blijkt dat pas later. Daarom zijn er met de gemeenten in ons werkgebied afspraken gemaakt over de samenwerking met behulp van de ondersteuningsroute.

 

Basisondersteuning 

Het referentiekader Passend Onderwijs beschrijft de basisondersteuning. Hierin staan, volgens plan en op kwaliteitsniveau, alle afspraken die binnen het samenwerkingsverband zijn vastgesteld over het bieden van preventieve en curatieve interventies. Voor de uitvoering is het eventueel mogelijk om hierbij samen te werken met ketenpartners.

De formulering van basisondersteuning kent vier aspecten:

  • Beschrijving van mogelijke preventieve en curatieve interventies (zoals: aanbod voor leerlingen met dyslexie of dyscalculie, programma en methodieken ter voorkoming van gedragsproblemen, protocol voor medische handelingen);
  • Inrichting van de ondersteuningsstructuur, waarin de afspraken wat betreft de interventies zijn vastgelegd en zichtbaar zijn;
  • Planmatig werken, uitgangspunten hiervoor zijn de standaarden ‘Zicht op Ontwikkeling’ en ‘Didactisch Handelen’ van het toezichtkader;
  • Kwaliteit, ook hier is het toezichtkader het uitgangspunt. Onderwijsproces: ‘Zicht op Ontwikkeling’ en ‘Didactisch Handelen’ zijn ten minste voldoende en niet meer dan één van de andere standaarden is onvoldoende. Schoolklimaat: veiligheid is ten minste voldoende. Onderwijsresultaten: leerresultaten zijn ten minste voldoende.

Het Samenwerkingsverband

Organiseren op maat 

Het samenwerkingsverband krijgt een jaarlijks budget, dat wordt verdeeld onder de schoolbesturen. Het bestuur kent de middelen toe aan de school waar de leerling het Passend Onderwijs krijgt aangeboden. Bij de organisatie hiervan is het van belang dat onderwijs en jeugdhulp intensief samenwerken om een duidelijke route te verschaffen aan ouders en kinderen.

De voorkeur gaat uit naar een route binnen de eigen school, zo dicht mogelijk bij huis. Zo wordt de eigen kracht van scholen benut om de organisatie op basis van de ondersteuningsbehoefte van leerlingen mogelijk te maken.  Als de school het niet alleen kan, is er hoogwaardige expertise beschikbaar. Hetzij op de eigen school of op een school (ook Speciaal Onderwijs) die het passende aanbod wel kan leveren.

Schoolondersteuningsprofiel (SOP) 

Elke school heeft een goed beeld van de bestaande situatie met:

  • Een beschrijving van de huidige mogelijkheden van de school om leerlingen met extra onderwijsbehoeften te ondersteunen;
  • Een beschrijving van de ambities van de school, met als ondergrens het vastgelegde niveau van de basisondersteuning.

De school heeft een ondersteuningsaanbod voor preventieve en curatieve ondersteuning en hanteert de eisen van de inspectie zoals in het vernieuwde ondersteuningsplan wordt vastgelegd.

De Schoolondersteuningsprofielen moeten kunnen worden afgezet tegen het afgesproken niveau van de basisondersteuning. Gegevens worden ‘gestapeld’ tot een totaaloverzicht op het niveau van het samenwerkingsverband om te bepalen of er sprake is van een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen.

Zorgplicht

Schoolbesturen hebben vanaf 1 augustus 2014 zorgplicht. Dat betekent dat scholen ervoor moeten zorgen dat iedere leerling die bij hen inschreven staat of zich aanmeldt een passende onderwijsplek krijgt. De school moet zorgvuldig onderzoeken wat ieder kind nodig heeft en dit eerst proberen zelf te realiseren. Het schoolbestuur moet daarvoor nagaan wat de ondersteuningsmogelijkheden van de school zijn en tot welke acties moet worden overgegaan. 

In de meeste gevallen leiden de acties ertoe dat een leerling verder kan. Het kan echter ook voorkomen dat dit niet lukt. In dat geval overlegt de school met de ouder(s)/verzorger(s). Dit kan leiden tot advies en plaatsing op een andere school. Daarbij kijken we eerst of een andere school van Stichting Goud in de buurt de mogelijkheden heeft om het kind te helpen. Als dat niet zo is kijken we binnen ons samenwerkingsverband naar een andere mogelijkheid.

De school kan aangeven dat het kind het beste naar een andere school kan gaan, omdat het de leerling niet kan bieden wat hij/zij nodig heeft en/of handelingsverlegen is. Wanneer de school in de basisondersteuning en aanvullende ondersteuning onvoldoende kan voorzien in de onderwijsbehoeften van de leerling, kan de leerling worden verwezen naar een school voor speciaal basisonderwijs (SBO) of speciaal onderwijs (SO). Voor deze verwijzing is een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig.

Sinds de inwerkingtreding van Passend Onderwijs heeft het bestuur van de verwijzende school die verantwoordelijkheid. Daarbij is het belangrijk dat de school goed met de ouders overlegt welke school passend is voor het kind.  

Dekkend Onderwijs Continuüm & Ondersteuningsplan

Sinds de invoering van het Passend Onderwijs heeft een werkgroep zich intensief beziggehouden met het inventariseren en benoemen van het aanwezige onderwijscontinuüm. Deze inventarisatie is onlangs geactualiseerd en geeft aan in hoeverre het aanbod voldoende dekkend is voor het SWV 20.01 en de vier deelverbanden specifiek.

Het ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband 20.01 beschrijft wat ons SWV doet en nog wil doen om Passend Onderwijs verder te optimaliseren. Het ondersteuningsplan is een verantwoording van onze inzet aan zowel intern als extern betrokkenen, en is zo geschreven dat het ook als handboek te gebruiken is. Om de leesbaarheid te vergroten wordt met regelmaat verwezen naar teksten, procedures en documenten op  www.passendonderwijsgroningen.nl